MaarNormaal nr. 13 artikel 2

 

 

Vox sana in corpore sano

GMK-sopraan Ruth Van Wassenhove zong al van toen ze op het “Kloosterke” in Oudenaarde zat, bij Aloeëtte o.l.v. Johan Jourquin en in de zangles aan de muziekschool. Door daarna sportstudies aan te vatten, maakte ze zich de juiste vrouw om voor ons zang en sport, en hun samenhang, te belichten. 

 

Het is een gegeven waar ik al meer dan eens mee geconfronteerd werd: de grote kloof tussen kunst en sport. Beide kampen lijken het contact met elkaar liever te mijden. Nochtans zijn ze nauwer met elkaar verbonden dan men op het eerste gezicht zou denken. Het recente musicalprojectFame! waarvoor ik de choreografie verzorgd heb, is een mooi voorbeeld hoe muziek, in de gedaante van zang, en sport, in de vorm van dans, perfect met elkaar verzoend kunnen worden. Muziek werd hier communicatie zoals ze ook elke dag voorkomt: ze kreeg een stem en werd kracht bijgezet door beweging, de “lichaamstaal” zoals dat heet.

een stukje van de affiche van Fame!

Maar de verbondenheid tussen sport (het lichaam) en muziek (de stem) kan nog veel fundamenteler bekeken worden. Omdat de stem een deel is van het lichaam, is het evident dat een goede staat van het lichaam in het algemeen, de conditie van de stem in het bijzonder ten goede komt. In die zin geeft de titel in feite een lichtjes verkeerd beeld: de stem is deel van, ze is geen aparte entiteit. Juister zou dus zijn, te spreken over “vox sana per corpore sano”, een gezonde stem door een gezond lichaam.

Laat ik dit laatste even verduidelijken. Louter biologisch bekeken, bestaat de stem uit spieren. Een getrainde zanger is vergelijkbaar met een getrainde atleet. Net als de atleet die moet trainen en goed in vorm blijven om optimale prestaties te leveren, moet de zanger zijn lichaam en in het bijzonder zijn of haar stem goed verzorgen om optimale kwaliteit te kunnen leveren. Daar waar een atleet oefenschemata doorloopt om zijn prestaties te verbeteren op sportief gebied. Daarom doet de zanger stemoefeningen om zijn stem in conditie te houden en deze conditie te verbeteren. Maar ook het algemene welzijn is voor beide belangrijk. Dat houdt in dat beide nood hebben aan een gezonde en evenwichtige voeding, voldoende slaap, psychisch evenwicht… om optimaal te kunnen presteren. Het is dus zeker niet nodig om een “kloek vrouwmens” te zijn om hoog, luid of hoe dan ook kwalitatief beter te kunnen zingen dan iemand anders. Dat een misvatting die jammer genoeg nog bij veel zangers en zangleerkrachten leeft.

Maar laten we even terugkeren naar waar we gestart zijn: de musical. Kenmerkend in een musicalproductie is dat de dansers tegelijk ook moeten zingen (vaak als backing vocals of alschorus). Ze moeten dus zowel lichamelijk getraind zijn om de danspassen te beheersen als vocaal getraind om hun partij te kunnen zingen. Bovendien moeten ze, eens beide apart gekend zijn, de twee gaan combineren. Dat vergt een uitzonderlijk goede adembeheersing. Immers, de ademhaling versnelt bij het dansen omdat de nood aan zuurstof in het lichaam groter wordt. Daartegenover staat dan weer dat bij het zingen buik- en rugademhaling moet worden toegepast om een goede klank te krijgen. Die twee dingen werken elkaar uiteraard tegen. Het leren afstemmen van beide op elkaar is een lang proces waarbij het ontwikkelen van een goede conditie van primordiaal belang is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in amateur-producties zoals die waar ik aan meewerkte, de twee van elkaar losgekoppeld worden.

En zelfs dan zijn nog niet alle problemen van de baan. De stem, zoals ik al zei, bestaat gedeeltelijk uit spieren die getraind moeten worden. Dat houdt in dat ook de stem overbelast kan raken, net zoals een gewone been- of armspier. Onze stem kan zo overbelast geraken van te veel te zingen net zoals we van te veel strijken een tenniselleboog kunnen krijgen, zeg maar. De oorzaak is hetzelfde, maar de resultaten van beide zijn uiteraard compleet verschillend en het verband is dan ook niet altijd evident.

Van belang is dus dat, net zoals bij de trainingsopbouw van een sport ook voor de zanger het volume (het aantal repetities) en de intensiteit (de duur van de repetities en de moeilijkheidsgraad van de zangstukken) van de “inspanning” goed worden opgebouwd en gedoseerd. Wanneer men een ongetrainde zanger meteen dagelijks laat repeteren voor een twee uur durende productie is dat uiteraard vragen om problemen. Overbelasting is een proces op lange termijn. Men loopt het grootste risico wanneer men van nul begint en plots heel intensief begint te trainen. Gemiddeld duurt het zo’n 6 à 8 weken eer men er problemen mee krijgt. Dergelijke problemen hebben wij ook tijdens de latere repetities ondervonden met onze zangeressen. Het is ook de reden waarom kandidaten in Idool of welk Ontdek de Ster-programma ook, pas in de latere rondes soms stemproblemen krijgen.

Als we dit even allemaal bekijken is het zo gek nog niet om professionele zangers ook als topatleten te klasseren. Ze hebben, net als beroepssporters, nood aan goede dosering van de inspanning, degelijke begeleiding en advies en een gezonde levensstijl.

Voor een “vox sana” zijn zangers over het algemeen al goed op weg, rest nu alleen nog meer aandacht te schenken aan het “corpore sano” opdat de stem er nóg beter zou bij varen.

 

Ruth Van Wassenhove

   


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor