MaarNormaal nr. 10 artikel 11

 

Koren, overwegend

 

Gerard Vandenhaute ként de koorwereld en aan zijn heldere ogen en zijn flitsende geest ontsnapt weinig. Hij voedde generaties jonge (en nu al wat oudere…) mensen op tot actieve en kritische cultuurbeleving. Wie ooit les heeft gehad van deze charismatische man, draagt hem voor het leven in zijn hart. Luister wat zijn eigen hart te zeggen heeft.

Kijken in de toekomst laat ik aan astrologen, kaartlezers, pendelaars… Als kooramateur kan ik het wel hebben over mogelijke zorgpunten voor het amateurkoor-op-topniveau; mag ik hopen dat de kwaliteit van zang voorop blijft staan en die heeft wel weinig van doen met mode en tendensen. Ware vernieuwing ligt in een alsmaar intensere inleving; koorontspanning allereerst in geëngageerde samenzang.

Muziekuitvoeringen worden steeds meer afhankelijk van sponsoring en reclame. Niets op tegen uiteraard als ter wille van de luistercijfers het product niet moet worden aangepast. Wenselijk is het dat amateurkoren-op-topniveau een relatieve onafhankelijkheid bewaren en blijven gaan voor pure muziekbeleving.

Onderzoek naar stemvorming, een opgedreven oefentijd, haast grenzeloze opnamemogelijkheden leiden tot verhoogde technische kwaliteit. Bravoure komt af en toe voorop; ze imponeert, maar verdringt soms muzikaliteit. Amateurkoren focussen beter niet op dat model. Aandacht voor vertoon veroorzaakt een tekort aan verinnerlijking, aan suggestie, wezenlijke kenmerken van muziek.

Onze maatschappelijke ontwikkeling trekt elke kunstvorm naar entertainment toe en zorgt ervoor dat uitvoeringen wel eens gepaard gaan met spektakel. Best leuk bedoeld, maar grotesk voor wie een muzikaal geschenk verwacht. Jawel, grotesk, wat zielig zelfs: aan de ene kant zang van koorleden met grote vocale en muzikale mogelijkheden, urenlang voorbereid onder professionele leiding; aan de andere kant “bewegingen” van hen die daartoe geen specifieke aanleg hebben, ingeoefend dan nog in beperkte tijd en niet steeds o.l.v. een choreograaf. Waartoe dat hybride en voor wie? De zang wordt er niet beter van, de zangliefhebber evenmin. Maar podiumpret heet intussen wel vernieuwing. Amateurkoren hoeven hieraan niet toe te geven. Hun enig doel is en blijft kwaliteit van zang gericht op kwaliteit van ontvangst.

In het horizontalisme van onze tijd zijn de Beatles evenwaardig aan Beethoven en Bach. Muziek wordt aangepast aan het publieksniveau. Aan amateurkoren-op-topniveau om deze strekking niet te dienen maar tegen te gaan en het publieksniveau op te trekken aan het wonder van muziek. En dat veronderstelt aanleg en vorming, uiteraard ook bij de koorleden. Zij kunnen zich maar zingend uitleven als zij geduldig leerden zich in te leven in de bezielde zang. Omdat kwaliteitsmuziek een beroep doet op creativiteit is ze niet geschikt voor consumptie. Ze kan niet worden gevulgariseerd zonder dat ze degenereert.

Religieuze muziek wordt veelvuldig geprogrammeerd maar niet steeds religieus gebracht. Voorbij het technisch kunnen, voorbij de muzikaliteit is religieuze zang in wezen expressie van geloof, geborgenheid in het bestaan. Wat bedachtzame, geleidelijke inwijding veronderstelt, nu meer dan ooit. Een traag proces dat toewijding impliceert en vast engagement. Men vindt ze nog, beslist bij amateurs. Onze tijd heeft behoefte aan spiritualiteit. Koren kunnen ze brengen. Ze hoeven hierbij niets te bewijzen, ze horen de muziek alleen te laten klinken zoals ze is bedoeld: echo van Mysterie, Oneindigheid. Geen entertainment weliswaar, wel ware ontspanning voor wie ze hoort.

Gerard Vandenhaute

 

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor