MaarNormaal nr. 4 artikel 6

 

Die Schöpfung

 

 

Joseph Haydn  

Deze herfst haalt het Gents Madrigaalkoor een kanjer van een klassieker boven. Met de Chapelle de Lorraine, Catherine Vandevelde (sopraan), Bartholomeus De Kegel (tenor) en Jan Van der Crabben (bariton) zingt het Die Schöpfung van Joseph Haydn (1732-1809). 

Tijdens een bezoek aan Londen in 1791, woonde Haydn het grote Händel Festival in Westminster Abbey bij. Hij was diep onder de indruk van diens oratoriumkunst, wat hem inspireerde om zelf ook oratoria te gaan schrijven. Op 29 april 1798 vond in Wenen de eerste uitvoering van Die Schöpfung plaats, onder leiding van de componist en met Salieri aan de pianoforte.

 

De eerste gedateerde verwijzing naar dit werk vinden we in 1796 wanneer J.G. Albrechtsberger aan zijn leerling Ludwig Van Beethoven schrijft : "Haydn kwam mij gisteren opzoeken; hij hoopt een groot oratorium te schrijven dat hij De Schepping noemt en dat hem onsterfelijk zal maken".

 

De tekst werd geleverd door baron Gottfried van Swieten, een Nederlander die de "muziekpaus" van Wenen werd genoemd. Hij maakte een Duitse vertaling van het libretto dat een zekere Lidley of Lindley voor Händel had gemaakt van de tekst Paradise Lost van Milton. Händel had de tekst echter nooit gebruikt. Het ging zeker niet om een letterlijke vertaling. Händels oratoria worden immers gekenmerkt door een strenge opeenvolging van recitatieven, aria's en koren maar van Swieten voelde meer voor een dramatisch beweeglijke tekst. In die zin gaf hij Haydn ook allerlei hints. Bij Händel wordt het verloop van het verhaal toevertrouwd aan één verteller (zoals de evangelist bij Bach) maar van Swieten splitste deze rol in drie : de drie engelen, Uriël (tenor), Rafaël (bariton) en Gabriël (sopraan), worden vertolkt door solisten. In het laatste deel nemen Adam en Eva de rol van de engelen over.

 

Haydn besteedde bijna twee jaar aan de compositie van dit oratorium. De 65-jarige meester was zich ten volle van de grootsheid van zijn opdracht bewust, wat blijkt uit de vele schetsen en proeven die hij maakte en de veranderingen die hij aanbracht in het manuscript. Hij vertelde aan zijn biograaf : "Nooit voelde ik mij zo vroom als toen ik aan De Schepping werkte. Dagelijks viel ik op mijn knieën en bad God dat hij mij de kracht zou geven dit werk te voltooien".

 

Het meest indrukwekkende deel van het oratorium is het begin waarin Haydn het conflict weergeeft tussen chaos en orde, duisternis en licht. De instrumentale inleiding schildert met afgebroken melodieën en onopgeloste harmonieën de chaotische toestand vóór de schepping. Het machtige do groot akkoord van Es werde Licht brengt een keerpunt. Het oratorium beschrijft achtereenvolgens de elementen, de dieren en de mens en het aards paradijs. De eerste twee delen omvatten de zes scheppingsdagen waarin telkens een al dan niet begeleid recitatief dat het bijbelverhaal vertelt, afgewisseld wordt met een aria of koor dat commentaar geeft of een lofprijzing is van God. Deze opbouw wordt rijker en gevarieerder naarmate de schepping vordert : de eerste dag bestaat uit slechts twee nummers, de zesde dag uit negen.

 

Het orkest bestaat uit drie fluiten, twee hobo's, twee klarinetten, twee fagotten, een contrafagot, twee hoorns, twee trompetten, drie trombones, slagwerk en strijkers. De orkestratie van het werk is prachtig, vooral waar Haydn de natuur en - met zin voor humor! - de vogels en de dieren beschrijft.

 

Het werk oogstte in Wenen een enorm succes en begon weldra aan een zegetocht naar Frankrijk, Londen, Berlijn en Praag. Met Die Schöpfung bevestigde Haydn zijn groot muzikaal talent.

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor