MaarNormaal nr. 3 artikel 9

 

Winds of Dawn

Roland Coryn

 

 

Op 10 november 2000 heeft in Ieper de eerste uitvoering van Winds of Dawn plaats. Roland Coryn schreef dit werk in opdracht van het Symfonieorkest van Vlaanderen en de Provincie West-Vlaanderen. Het Gents Madrigaalkoor wil, voor het zich in de partituur verdiept, graag de inspiratie van het werk leren kennen, de teksten die de componist zelf met zorg heeft uitgekozen.

Pour les os qui se brisèrent
Les femmes à cris accouchant
La sécheresse des champs
et l'égorgement du chant
pour la faim et la misère
Je proteste

Let the winds of dawn that blow
softly round your dreaming head
such a day of welcome show
eye and knocking heart may bless,
find our mortal world enough

 

In een vorig nummer spraken we met Roland Coryn over Deux mille regretz, en toen kwam Winds of Dawn al eventjes ter sprake; het werk heette toen nog Missa "Da pacem". De naam mag veranderd zijn, de missie van het werk is gebleven: de vrede onder de mensen, de noodzaak daar iets aan te doen, en het geloof dat we dat kunnen. Voor die eigentijdse boodschap kies je een eigentijdse titel: Winds of Dawn. Er gloort een nieuwe dag, laat die frisse bries maar opsteken.

Roland Coryn heeft ervoor gekozen bestaande poëzie te zoeken, sterke teksten die beklijven door hun inhoud. Wat telt is de kracht van de teksten zelf, niet hun bekendheid of de faam van de auteur. Het blijft altijd poëzie, de teksten zijn ook niet gemakkelijk of triviaal, maar toch staan ze er in de eerste plaats als een statement. Coryn confronteert hun boodschap met de traditionele liturgische teksten en dat verhoogt hun indringend effect nog.

De compositie bestaat uit een Introductie: Confitebor, Da Pacem en Exaudi nos, Domine (luister naar ons, Heer !), en twee grote delen: Wanhoop en Protest, resp. Angst, doelloosheid en bevrijding.

 

Wanhoop en Protest

De eerste tekst komt uit La divina Comedia (Inferno verzen 1 tot 6) van Dante (baritonsolo). De woorden van Dante zijn 7 eeuwen oud maar slaan de brug naar de existentiële angst die de moderne mens doormaakt in donkere, uitzichtloze periodes van zijn leven.

Nell mezzo del cammin di nostra vita
mi ritrovai per una selva oscura,
che la diritta via era smaritta;
e quanto a dir quel'era è cosa dura
questa selva selvaggia e aspra e forte
che nel pensier rinova la paura !

 
 

Juist midden op de reistocht van ons leven.
zag ik mij in een donker woud verloren,
daar ik van 't goede pad was afgeweken.
Helaas hoe 't was, dat woud, valt zwaar te zeggen
zo wild was 't en zo woest, zo dicht en donker
dat de angsten nog herleven bij 't herdenken.

Na het Kyrie Eleison - vergeef ons, Heer - komt het gedicht Alle Tage van Ingeborg Bachmann (tenor en sopraan), een pleidooi voor een "oorlog aan de oorlog". De dichteres kiest de kant van de zwakken, reikt het ereteken van de hoop uit aan al wie zich klein en geduldig verzet tegen geweld.

Die Uniform des Tages ist die Geduld,
die Auszeichnung der armselige Stern
der Hoffnung über den Herzen.
Er wird verliehen [...]
für den Verrat unwürdiger Geheimnisse 
und die Nichtachtung
jeglichen Befehls>

 

 

Het uniform van de dag is het geduld, 
de decoratie de armzalige ster
van de hoop boven het hart.
Ze wordt uitgereikt [...]
voor verraad van schandelijke geheimen
en ongehoorzaamheid
aan elk bevel.
(vertaling: Paul Claes)

Dan volgt Fragen eines lesenden Arbeiters van Bertold Brecht (gemengd koor, kopers en slagwerk). Brecht geeft een stem aan het volk, aan de gewone man, altijd het eerste, anonieme slachtoffer. Hoe zouden trouwens in de loop van de geschiedenis roemrijke veldslagen geleverd zijn en triomfbogen opgericht, zonder de inzet van de eenvoudige arbeider...

Wer baute das siebentorige Theben ? 
In den Büchern stehen die Namen von Königen.
Haben die Könige Felsbrocken herbeigeschleppt ?
[...]
Cäsar schlug die Gallier
Hatte er nicht wenigstens einen Koch bei sich ?
Philip von Spanien weinte, als der Flotte
untergegangen war, weinte sonst niemand ? 
  Wie bouwde het zevenpoortige Thebe ? 
In de boeken staan namen van koningen.
Hebben de koningen rotsblokken aangesleept ?
[...]
Caesar versloeg de Galliërs.
Had hij niet op zijn minst een kok bij zich ?
Filips van Spanje weende, toen zijn vloot
was vergaan. Weende anders niemand ?
(vertaling: Geert Van Istendael)

Na het Gloria - Eer aan God in den Hoge - volgt een gedicht van Louis Aragon Je proteste uit Le fou d'Elsa (tenorsolo), een protestlitanie tegen alle vormen van leed, pijn en verdriet die mensen elkaar en zichzelf aandoen.

Je proteste, je proteste 
pour l'amour martyrisé
pour les bouches sans baisers
pour les corps décomposés
pour l'échafaud pour la peste
Je proteste 
   Ik protesteer 
tegen pest, plaag en schavot
tegen liefde die bewust
worden gemarteld en geblust,
tegen lippen ongekust
tegen 't lichaam dat verrot,
protesteer ik.
(vertaling: Ernst van Altena)

 

Angst, doelloosheid en bevrijding

Het tweede deel begint met het gedicht O, what is that sound van W. H. Auden (sopraan- en tenorsolo). De spanning tussen liefde en geweld, tussen man en vrouw, tussen de hypnose van massahysterie en trouw. De massa wint het, de vrouw blijft achter, maar de echte verliezer is de man.

- O where are you going? Stay with me here!
Were the vows you swore deceiving, deceiving?
- No, I promised to love you, dear,
but I must be leaving. 
  O, waar ga je heen ? Blijf toch bij me, schat. 
Was je eed van trouw maar praten, praten ?
Ik heb jou innig liefgehad,
maar moet je verlaten.
(vertaling: W. Wilmink ?) 

Waarna aansluitend het Pater Noster volgt - het gebed om vergeving.

De volgende tekst, Wij kennen geen brood en geen vlees, van Hugo Claus (tenorsolo) brengt de verschrikking die een oorlog kan aanrichten nog troostelozer in beeld. Het gedicht is een schrijnende persfoto geworden: Claus laat onschuldige slachtoffers - van alle tijden - machteloos in de camera kijken.

Schaamte is ons deel,
Schande is ons voedsel,
Onkruid staat in ons gezicht geplant.

De bevrijding wordt aangekondigd met de bijbel, Consolatio Michaelae prophetae (4,1-5) (baritonsolo).

Hij zal recht doen tussen de vele volkeren, en machtige naties tuchtigen al wonen zij nog zo ver: dan smeden zij hun zwaarden om tot ploegscharen, en hun speerpunten tot snoeimessen. Geen volk heft het zwaard meer tegen een ander en de oorlog leren zij niet meer. Een ieder zal onder zijn wingerd zitten of onder zijn vijgenboom, door niemand opgeschrikt: want de mond van Jahwe heeft gesproken van Jahwe van de legerscharen."

Dan koos de componist een wiegelied van W. H. Auden Lullaby (gemengd koor). Illusies zijn vervaagd, zekerheden weggevallen, schrijft de dichter. Alleen het hier en nu telt. Sterfelijk en schuldig is het, maar in elk geval tastbaar aanwezig, en beademd door een ochtendwind van nieuwe hoop.

Lay your sleeping head, my love, 
human on my faithless arm;
Time and fevers burn away
Individual beauty from
thoughtful children, and the grave
proves the child ephemeral :
but in my arms till break of day
let the living creature lie,
mortal, guilty, but to me
the entirely beautiful
[...]

Beauty, midnight, vision dies : 
Let the winds of dawn that blow
Softly round your dreaming head
such a day of welcome show
eye and knocking heart may bless,
find our mortal world enough;
Noons of dryness find you fed
By the involuntary powers,
Nights of insult let you pass
watches by every human love. 

   

Leg je slapend hoofd, mijn liefste 
op mijn trouweloze arm
In hartstocht en in tijd vergaat
al wat liefelijk was en kuis
Dromen die het kind bezat,
vallen aan de dood ten prooi,
maar hier is tot de dageraad
een levend schepsel heel dichtbij,
sterfelijk, schuldig, maar voor mij
niet te evenaren mooi
[...]

Schoonheid, nacht, visioen: 't vervaagt. 
Ach, dat de ochtendwind, die speelt, 
zachtjes, om je dromend hoofd,
je een welkom toebedeelt
waarin jij je hart verdraagt:
't kloppen van je sterfelijkheid,
niets dat deze vreugde dooft,
aan wat voortaan wordt bewaakt
niets dat nog een einde maakt
door de liefde. Voor altijd.
(vertaling: W. Wilmink)

Als slot koos Coryn het gedicht Moed van Adama van Scheltema (kinderkoor) en combineerde het met het Agnus Dei. De bijna overmoedige hymne aan het licht waarin de mens zijn geloof in zichzelf, in het leven en het geluk uitzingt, klinkt alternerend met een nederige vraag om ontferming en vrede.

Ik worstel in uw licht naar boven,
Ik stijg weer uit uw schaduwen
Ik wil weer in mezelf geloven
Dat ik gezond, gezegend ben !

Tweeëntachtig jaar is de eerste wereldoorlog voorbij, de heropgebouwde stad Ieper werd een wereldwijd symbool, maar oorlog is nog altijd even wreed aanwezig in deze, in onze wereld. We moeten daarom blijven protesteren, de boodschap kan niet genoeg worden herhaald, de eenvoudige boodschap van Vrede en Hoop.

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor