MaarNormaal nr. 2 artikel 2

Mille regretz de vous habandonner
et deslonger vostre fache amoureuse
Jay si grand dueil et paine douloureuse
quon me verra brief mes jours deffiner.

Muziek maken met Roland Coryn

 

Deux mille regrets wordt een compositie van Roland Coryn. Het Gents Madrigaalkoor bestelde het voor het Keizer Karel-jaar. We spraken in Harelbeke met de componist.

Zelf ging hij op het puntje van een Spartaanse stoel zitten, wij namen plaats in twee soliede lederen zetels. Een (goed) geschikte werkkamer, deugdelijk gevuld. Hoog tegen de muur staan kadertjes op een richeltje, zij aan zij de kamer rond. Veel boeken overal en, als bloemstukjes op tafel en kast, prachtige koralen. Deze belezen en berezen man móét iets hebben met koorliteratuur.
Vriendelijk, recht door zee, zijn ideeën goed bij elkaar. Veel ruimte voor misverstand laat hij niet. Prettig overblijfsel van zijn onderwijsloopbaan?

"Vuur maar af", zei hij, daarmee zijn opvatting over een interview op bevattelijke wijze samenvattend.

 

U krijgt wel vaker een compositie-opdracht ?

Bijna al mijn werk kwam via een compositieopdracht tot stand. Dat ligt me wel, ik ben trouwens met pensioen gegaan om me helemaal aan het componeren te wijden. Ik weet ook graag precies voor wie ik schrijf. Johan Duijck ken ik natuurlijk al heel lang, ik herinner me hem nog als beginnend musicus, als pianist in de wedstrijd van het Gemeentekrediet (Pro Civitate). Toch heb ik over deze opdracht getwijfeld. Ik was op dat ogenblik volop bezig met een ander project, de Missa pro Pace die jullie volgend jaar zullen zingen (daar komt Maarnormaal ongetwijfeld nog op terug, nvdr.) en iets in de stijl van deze Carlos Quinto had ik niet gepland. Het is ook helemaal geen vanzelfsprekende opdracht. Om te beginnen de tekst. Die lag niet direct in mijn lijn. En 96 gedichten van Anton van Wilderode, dat is wel erg veel, daar moesten we een keuze uit maken.
Maar juist die teksten hebben me overtuigd de opdracht te aanvaarden. Reflecties van iemand die het einde van zijn leven voelt naderen, daar kan ik me wel in inleven, ik zal ook wel over de helft van mijn leven zijn. Hij mag dan keizer zijn geweest, zijn bedenkingen zullen toch wel gelijk lopen. En dat blijken ook de reflecties van van Wilderode te zijn. Ik had het eerst wel moeilijk met de vorm van die gedichten: altijd dezelfde drie kwatrijnen, altijd dezelfde versvoeten. Maar een dichter van dat niveau legt zich zo'n strenge beperking alleen zeer doordacht op, en dat moet je respecteren. Ook het beeld van de vlinderboom leek me eerst wat zacht voor iemand van het kaliber van Keizer Karel, maar het is toch een mooi beeld, de boom die met zijn bloemen alle vlinders naar zich toe trekt.

De opdracht (en ook Johan Duijck...) was ook op andere punten zeer veeleisend. Ik moet een renaissance-ensemble verzoenen met een groot koor. Zes solostemmen, ja, dat had nog voor de hand gelegen, maar een koor van tachtig man ! En dan kwam Johan nog met de Mille Regrets van Josquin des Prés, waar Keizer Karel zo van hield. Maar daar had ik eigenlijk geen probleem mee, je zal dan ook nogal wat verwijzingen naar Josquin des Prés vinden, misschien soms verrassend.

Die beperkingen hebben me naar een passend concept doen zoeken. Eerst de akoestische balans. Omdat we het koor moeilijk al die teksten konden laten debiteren, vond ik het passend een recitant in te schakelen. Die geeft telkens een inleiding, begeleid door het renaissance-ensemble. In de oude stemming. Het koor zingt daarop a capella, in de moderne stemming. Op die manier wordt ook de tekst beter verstaanbaar. Dat is essentieel. Mijn inspiratie vertrekt uit de tekst, die moet dan ook altijd duidelijk zijn. In grote zalen kan het daarom misschien nodig zijn de recitant geluidsversterking te geven.

Het tweede gedicht uit de bundel heb ik als een introductie gebruikt. De keizer reflecteert over zijn voorbije leven. Daarna kunnen we een aantal aspecten van dat leven uitlichten. Van Wilderode heeft er veel aangekaart. Keizer Karel zou heel gelukkig geweest zijn met zijn vrouw, wat we overigens voor hem hopen, en met de geboorte van zijn zoon. De machtsoverdracht aan die zoon kan wel wat moeilijker gelegen hebben. Ik heb uit die thema's ook moeten kiezen. Uiteindelijk heb ik volgende hoofdstukjes overgehouden: de familie van de keizer, zijn huwelijk, de stropdragers (een obligate passage !), zijn ontgoocheling, zijn abdicatie, een terugblik, zijn laatste wil. En voor een uiterst katholiek vorst moesten we wel met een gebed besluiten.

 

U heeft zelf het traject van Keizer Karel naar Yuste overgedaan?

Ja, weliswaar met de auto. Ik startte in Laredo, waar Keizer Karel met de boot aanlegde. Laredo is nu een toeristisch stadje dat vooral populair is bij de Spanjaarden zelf. Alleen de kapel boven op de heuvel herinnert aan de 16e eeuw. Ik deed het traject in april, het was rotweer, maar de streek is wondermooi. La Vera bijvoorbeeld is prachtig, stil, verlaten, met door de tijd vergeten Spaanse dorpjes. Daar keer ik nog terug. Het klooster San Jeronimo in Yuste was wel druk, maar door 's ochtends heel vroeg te gaan konden we toch een rustig bezoek brengen. En dan ontdek je de beelden die van Wilderode er ook heeft gezien.



De mis die we volgend jaar zingen heeft een "moeilijke" reputatie. Hoe zit dat met Deux mille regretz ?

Ik denk dat Deux mille regretz goed zingbaar is. Die mis is inderdaad moeilijker. Daarvoor heb ik ook lang gewerkt om de juiste teksten te verzamelen. Behalve de misteksten staan er teksten in allerlei talen door elkaar, Italiaans, Duits, Engels, Frans... Vroeger had een tekst van Bertold Brecht in de kerk nooit gekund, maar nu is dat gelukkig anders. Zes maand heb ik aan die voorbereiding gewerkt. Maar een groot werk vraagt een doordachte voorbereiding, je moet zorgen voor cohesie. Componeren is in eerste instantie structuur geven; daarna komt de rest.

En dan kan ik beginnen schrijven. Dat is een plezier. Dan ga ik zweven, mijn vrouw moet me hier soms van het plafond naar beneden halen.

Deux mille regrets is, zoals gezegd, goed zingbaar. Je moet natuurlijk wat wennen aan de toonspraak, maar het is niet extravagant. Ik ben wel iets verder gegaan dan in vorig werk.

Onze koren durven in de regel niet ver gaan, blijven op platgetreden paden, ze kijken het repertoire van elkaar af.

 

Is dat nog altijd zo ? Wij zingen veel hedendaags, ook Novecanto, Kalliope doen dat...

Ja, de toestand is, zeker in Oost-Vlaanderen, verbeterd. Een koor moet durven, moet risico's nemen. Ik vond het daarom fijn dat Johan me deze opdracht vroeg. Het is al te gemakkelijk op het verleden te teren. Daarom hou ik ook zoveel meer van een live-uitvoering dan van een opname. Ik ben natuurlijk blij met een cd van mijn werk, maar een cd is toch maar een conservenblik, ik lust liever verse groenten ! In vroegere tijden was dat helemaal anders: muzikanten moesten het maar stellen met de muziek van hun tijd. Ik kan me voorstellen dat Bach zijn uitvoerders ook wel eens zal hebben verrast!

 

We zijn "maar" een amateurkoor dat...

Ja, maar een groot koor dat veel aankan. Met een dirigent die gelijk heeft dat hij het koor voortdurend uitdaagt.

Het niveau van een muziekgroep kan alleen maar stijgen door de lat altijd maar hoger te leggen, door hem continu uit te dagen. Dat heb ik in het buitenland gezien, dat heb ik toegepast in de muziekacademie hier en ook in het conservatorium. Ook componisten moeten wat aandurven. Maar er moet wel een rasecht musicus voor het koor staan. Johan Duijck is zo iemand.

Ik geloof ook dat muziek een sociaal gebeuren is, muziek maak je in groep. Dat besef is de laatste 40 jaar gegroeid. Vroeger was een muziekopleiding individueel. Nu proberen we de leerlingen zo snel mogelijk in groep te laten musiceren. Leven is met elkaar communiceren, hoe kan je dat beter doen dan met muziek. In mijn eigen school hier in Harelbeke ben ik meteen gestart met een orkest. Dat is nederig begonnen, maar uiteindelijk hebben we toch een summa cum laude gehaald in Neerpelt. En dat komt altijd de leerlingen zelf ten goede. Uit die groep zijn rasechte muzikanten voortgekomen. Niet dat ze allemaal professioneel zijn geworden (voor hoevelen is het weggelegd om solo op hoog niveau te spelen ?), maar die mensen beseffen waar ze mee bezig zijn, ze maken muziek. Ja, samen spelen is essentieel, dat is de manier om mensen echt naar musiceren op te leiden.

 

Noem eens enkele Vlaamse koorcomponisten waarvoor u respect heeft?

Mijn goede vriend Vic Nees natuurlijk, Raymond Schroyens, Lucien Posman. Lucien schrijft zeer goed voor stem. Hij gaat wel erg ver, te ver allicht voor sommigen, maar binnen 10 jaar denken we daar allicht anders over. Ik herinner me zijn opera die we 10 jaar geleden in het conservatorium hebben uitgevoerd. Een opera in het conservatorium, dat was nog nooit gebeurd ! Maar het was zeer leuk, zeer mooi en zeer leerrijk. Elke muzikant speelde een individuele partituur, niemand stond dubbel. Daar hebben de leerlingen bijzonder veel aan gehad. Lucien Posman heeft oog voor theater, voor de scène. En de teksten van William Blake zijn zeer diepzinnig.

 

Tot op de uitvoering?

Ik kijk er al naar uit. Ik heb het me nog geen seconde beklaagd dat ik de opdracht heb aanvaard. Ik heb er veel uit geleerd.

 


© v.z.w. Gents Madrigaalkoor